donderdag 15 april 2010

Duurzaam lesje leren

‘Als ik gewoon weet wat er allemaal aan de hand is, en hoe ik daar wat aan kan doen - zonder al te veel moeite natuurlijk- prima’, zei een MBO leerling laatst in een van mijn workshops. ‘Waarom leren we niet standaard op school over duurzame ontwikkeling ?’

In ruim een jaar als jongerenvertegenwoordiger, heb ik honderden inspirerende jongeren ontmoet in gastlessen, workshops en op conferenties. Eén van mijn conclusies is dat jongeren op zich positief tegenover een duurzamere wereld staan, maar ‘duurzaam denken en doen’ bij de meeste niet vanzelfsprekend zijn. Uit onwetendheid, of uit gewoonte.

Hoe worden we van onwetend, wetend en maken we nieuwe gewoontes eigen? Door onze opvoeding. En een groot deel van die opvoeding vindt plaats in de schoolbanken.
Duurzame ontwikkeling verdient daarom een vaste plaats in het onderwijs . Het zou toch normaal moeten zijn dat we in onze opleiding leren om goed met elkaar en de omgeving om te gaan.

Niet als een apart vak ‘duurzaam'. Dan krijg je taferelen als: ’ ik had een zesje voor duurzaam, maar gelukkig wel een zeven voor statistiek’. Duurzame ontwikkeling verdient een integrale plaats. Wat zou het mooi zijn, als we bijvoorbeeld in de economieles leren dat winst niet het hogere doel is, maar dat bedrijven waarde kunnen creëren voor mens en milieu en dat er bij aardrijkskunde meer aandacht komt voor klimaatverandering en de impact van vleesconsumptie hierop.

Voor een lesje doemdenken komt natuurlijk niemand graag ’s ochtends zijn bed uit. Het uitgangspunt zou dus ook moeten zijn dat jongeren geprikkeld worden om aan de slag te gaan met complexe vraagstukken zoals voedselzekerheid, duurzame energie, het behoud van biodiversiteit en bestrijden van wereldwijde armoede. Op kleine schaal, binnen eigen interesse gebeid, maar met een holistische besef van wat er op globale schaal gaande is.

In plaats van leren over hoe men dingen deed in het verleden, zou het accent moeten liggen op leren voor de toekomst.

Hier kan de maatschappij ook mooi van profiteren, want wat is er nou beter voor het leerproces van leerlingen en studenten dan het werken met praktijk casussen. Ik stel me voor dat een kruisbestuiving tussen het midden en klein bedrijf, de gemeente, de sportclub en noem maar op, met hun duurzaamheidsvraagstukken bij scholen en universiteiten terecht kunnen voor innovatieve oplossingen.

Omdat dit thema mij zo aan het hart gaat, ben ik naar mijn oude hogeschool gestapt met de vraag of ik bij mag dragen in de integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs. Nu ben ik al enkele maanden actief als proces begeleider duurzame ontwikkeling bij bouwkunde en civiele techniek. Ik begrijp de complexiteit beter: wat en hoe docenten doceren, wat en hoe studenten leren en wat de managers communiceren.

Juist door dit werk zie ik ook steeds meer mogelijkheden. Als men zich bewust is van het belang van duurzame ontwikkeling, dan is het niet meer dan logisch om duurzame dingen op te nemen in de studie. Uiteindelijk is het een kwestie van draagvlak creëren en gewoon doen. Zo heb ik vandaag de opleidingsstatuten nog herschreven, om duurzame ontwikkeling ook formeel te verankeren.

Graag zie ik tegemoet, dat duurzame ontwikkeling verder gaat dan het dingetje van een paar enthousiastelingen, en ook tastbare materie wordt voor de jonge dame van de MBO. Wat mij betreft zijn we klaar voor de normalisering van duurzaam denken en doen, met een beetje hulp van het onderwijs.

Duurzaam lesje leren

‘Als ik gewoon weet wat er allemaal aan de hand is, en hoe ik daar wat aan kan doen - zonder al te veel moeite natuurlijk- prima’, zei een MBO leerling laatst in een van mijn workshops. ‘Waarom leren we niet standaard op school over duurzame ontwikkeling ?’

In ruim een jaar als jongerenvertegenwoordiger, heb ik honderden inspirerende jongeren ontmoet in gastlessen, workshops en op conferenties. Eén van mijn conclusies is dat jongeren op zich positief tegenover een duurzamere wereld staan, maar ‘duurzaam denken en doen’ bij de meeste niet vanzelfsprekend zijn. Uit onwetendheid, of uit gewoonte.

Hoe worden we van onwetend, wetend en maken we nieuwe gewoontes eigen? Door onze opvoeding. En een groot deel van die opvoeding vindt plaats in de schoolbanken.
Duurzame ontwikkeling verdient daarom een vaste plaats in het onderwijs . Het zou toch normaal moeten zijn dat we in onze opleiding leren om goed met elkaar en de omgeving om te gaan.

Niet als een apart vak ‘duurzaam'. Dan krijg je taferelen als: ’ ik had een zesje voor duurzaam, maar gelukkig wel een zeven voor statistiek’. Duurzame ontwikkeling verdient een integrale plaats. Wat zou het mooi zijn, als we bijvoorbeeld in de economieles leren dat winst niet het hogere doel is, maar dat bedrijven waarde kunnen creëren voor mens en milieu en dat er bij aardrijkskunde meer aandacht komt voor klimaatverandering en de impact van vleesconsumptie hierop.

Voor een lesje doemdenken komt natuurlijk niemand graag ’s ochtends zijn bed uit. Het uitgangspunt zou dus ook moeten zijn dat jongeren geprikkeld worden om aan de slag te gaan met complexe vraagstukken zoals voedselzekerheid, duurzame energie, het behoud van biodiversiteit en bestrijden van wereldwijde armoede. Op kleine schaal, binnen eigen interesse gebeid, maar met een holistische besef van wat er op globale schaal gaande is.

In plaats van leren over hoe men dingen deed in het verleden, zou het accent moeten liggen op leren voor de toekomst.

Hier kan de maatschappij ook mooi van profiteren, want wat is er nou beter voor het leerproces van leerlingen en studenten dan het werken met praktijk casussen. Ik stel me voor dat een kruisbestuiving tussen het midden en klein bedrijf, de gemeente, de sportclub en noem maar op, met hun duurzaamheidsvraagstukken bij scholen en universiteiten terecht kunnen voor innovatieve oplossingen.

Omdat dit thema mij zo aan het hart gaat, ben ik naar mijn oude hogeschool gestapt met de vraag of ik bij mag dragen in de integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs. Nu ben ik al enkele maanden actief als proces begeleider duurzame ontwikkeling bij bouwkunde en civiele techniek. Ik begrijp de complexiteit beter: wat en hoe docenten doceren, wat en hoe studenten leren en wat de managers communiceren.

Juist door dit werk zie ik ook steeds meer mogelijkheden. Als men zich bewust is van het belang van duurzame ontwikkeling, dan is het niet meer dan logisch om duurzame dingen op te nemen in de studie. Uiteindelijk is het een kwestie van draagvlak creëren en gewoon doen. Zo heb ik vandaag de opleidingsstatuten nog herschreven, om duurzame ontwikkeling ook formeel te verankeren.

Graag zie ik tegemoet, dat duurzame ontwikkeling verder gaat dan het dingetje van een paar enthousiastelingen, en ook tastbare materie wordt voor de jonge dame van de MBO. Wat mij betreft zijn we klaar voor de normalisering van duurzaam denken en doen, met een beetje hulp van het onderwijs.

woensdag 30 december 2009

Mijn collega jongerenvertegenwoordiger worden?

Klimaatverandering, eerlijke handel en nieuwe energie. Hot items die vragen om aandacht, nu en in het nieuwe jaar. En jij kan er wat aan doen!

Wil jij ook zonder goede uitkomsten van de top in Kopenhagen iets in de praktijk brengen? Ben je niet bang om jouw verhaal te laten horen? Ben jij geïnteresseerd in duurzame ontwikkeling en vind je dat alle jongeren iets over dit onderwerp te zeggen hebben? Ben je tussen de 18 en 25 jaar en weet jij Nederlandse jongeren te bereiken en ideeën om te zetten in concrete acties?


Geef je dan nu op als VN jongerenvertegenwoordiger Duurzame Ontwikkeling.
Kijk op www.njr.nl en meld je aan voor 31 januari 2010.

Criteria:
Jij

- bent op 23 februari 2010 tussen de 18 en 25 jaar
- hebt de Nederlandse nationaliteit
- volgt met interesse de actualiteiten rondom duurzame ontwikkeling
- spreekt net zo gemakkelijk met ministers en politici als met jongeren
- ben geïnteresseerd in wat Nederlandse jongeren bezighoudt
- hebt creatieve ideeën hoe duurzame onderwerpen over te brengen op jongeren
- spreekt makkelijk in het openbaar
- bent gemiddeld twee dagen per week beschikbaar (16 uur p/w voor periode van 2 jaar)
- beheerst de Nederlandse en Engelse taal goed

Interesse?

Stuur je CV en motivatiebrief voor 31 januari naar verkiezing@njr.nl

Meer weten? Mail me gerust op michaelahogenboom@njr.nl

Mijn collega jongerenvertegenwoordiger worden?

Klimaatverandering, eerlijke handel en nieuwe energie. Hot items die vragen om aandacht, nu en in het nieuwe jaar. En jij kan er wat aan doen!

Wil jij ook zonder goede uitkomsten van de top in Kopenhagen iets in de praktijk brengen? Ben je niet bang om jouw verhaal te laten horen? Ben jij geïnteresseerd in duurzame ontwikkeling en vind je dat alle jongeren iets over dit onderwerp te zeggen hebben? Ben je tussen de 18 en 25 jaar en weet jij Nederlandse jongeren te bereiken en ideeën om te zetten in concrete acties?


Geef je dan nu op als VN jongerenvertegenwoordiger Duurzame Ontwikkeling.
Kijk op www.njr.nl en meld je aan voor 31 januari 2010.

Criteria:
Jij

- bent op 23 februari 2010 tussen de 18 en 25 jaar
- hebt de Nederlandse nationaliteit
- volgt met interesse de actualiteiten rondom duurzame ontwikkeling
- spreekt net zo gemakkelijk met ministers en politici als met jongeren
- ben geïnteresseerd in wat Nederlandse jongeren bezighoudt
- hebt creatieve ideeën hoe duurzame onderwerpen over te brengen op jongeren
- spreekt makkelijk in het openbaar
- bent gemiddeld twee dagen per week beschikbaar (16 uur p/w voor periode van 2 jaar)
- beheerst de Nederlandse en Engelse taal goed

Interesse?

Stuur je CV en motivatiebrief voor 31 januari naar verkiezing@njr.nl

Meer weten? Mail me gerust op michaelahogenboom@njr.nl

maandag 21 december 2009

Over de top

Voor mijn gevoel draaide de laatste weken alles om de klimaattop; politieke focus, media aandacht, mijn mailbox, mijn gastlessen, overal was klimaat het centrale thema omdat de verwachting was dat ‘Kopenhagen’ de uitkomst zou bieden voor het tegengaan van klimaatverandering op mondiaal niveau.

Samen met zo’n 1500 jongeren van over de hele wereld, nog eens een duizend tal NGO vertegenwoordigers, media en landendelegaties hebben we twee weken lang door het beruchte conferentiegebouw Bella Center gerend, met als doel om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en wereldwijde afspraken te maken om de vervelende gevolgen van klimaatverandering die nu al gevoeld worden in veel ontwikkelingslanden te verhelpen.

De laatste dagen van de conferentie werd de sfeer grimmiger; vertegenwoordigers van de civiel society zoals de jongeren en NGO’s werden grotendeels geweerd uit de brandhaard van de onderhandelingen. De laatste dag hoorde ik slechts tot de 12 uitverkorene jongeren die nog naar binnen mocht. Door de grote gangen en zalen begaven zich nu slecht landendelegaties, ministers en wereldleiders (zo’n 119 stuks) en de media die op hun dook als gieren op een lijk. Nu we als jongeren formeel niet meer veel te zeggen hadden, probeerde we met t-shits met de tekst “how old will you be in 2050” de aandacht terug te roepen naar waar het eigenlijk om gaat; de toekomst van de aarde; van onze wereldburen van eilanden die drijgen te overstromen, woestijnen die oprukken, en gebieden die geteisterd worden door stormen, en ook van onze kinderen en kleinkinderen, slechts in mindere mate de toekomst van de wereldleiders in pak.

Vrijdagavond heeft de Amerikaanse president Barack Obama een politiek akkoord bekend gemaakt, dat onderhandeld werd met China, India, Zuid-Afrika en aan de zijlijn Europa. Het is geen bindend akkoord, en het is niet via een orgaan van de Verenigde Naties opgesteld (met participatie van alle landen).

Om een uurtje of 5 ’s ochtends stonden de tranen in mijn ogen toen de vertegenwoordiger van de Marshall Islands zijn speech deed. Hij sprak over zijn thuisland, dat van zijn voorouders, doch op wereld niveau niet meer dan een groepje koraaleilandjes die op een grove kaart niet eens zichtbaar zijn. En hoe hij na twee weken onderhandelen naar huis zou gaan, naar zijn kinderen en kleinkinderen. Maar met lege handen, hij heeft hun toekomst niet kunnen veilig stellen. Hun land zal verdwijnen.

Daar komt het dus op neer. Het gaat niet over de toekomst van al die mensen, maar enkel over een politieke deal die nu nog door de lidstaten van de klimaatconventie goedgekeurd moet worden. Die is niet bindend, en dus kan je nu al zien aankomen dat er niet al te veel van in huis zal komen. Inhoudelijk liggen er ook absoluut niet voldoende toezeggingen op tafel. Maar het moet gezegd, het proces naar Kopenhagen toe heeft wel heel wat landen aangezet om een stap vooruit te zetten. Alleen hebben we nu veel meer en veel grotere stappen vooruit nodig, en wel snel.

De Europese Unie heeft ook nog veel werk voor de boeg. Ze zegt steeds van zichzelf dat ze een leidersrol speelt, maar dat durf ik in vraag stellen. De EU schuift een uitstootvermindering van 20% naar voren, en is tegen de verwachtingen in nog steeds niet naar 30% opgeschoven. Dat wil ze enkel doen als andere landen ook ver genoeg gaan. Klinkt logisch, maar wat wel erg pijnlijk is: die 20% ligt onder het minimum dat wetenschappelijk nodig is.

Dus wat bleek nou na de slopende lange nachten in de conferentiezaal; onze wereldleiders hebben het niet op een akkoordje kunnen gooien. Moeten we nu volledig bij de pakken neer gaan zitten?

Dat ik nu niet depressief in een hoekje zit komt vooral door de enthousiasmerende jongeren met inspirerende verhalen van uit alle uithoeken van de wereld. Van Nigeria, tot Peru, de US, Europa en op kleine eilandstaatjes als Vanuatu schieten er jongereninitiatieven voor een duurzamere wereld en om klimaatverandering tegen te gaan als paddenstoelen uit de grond. Dit is voor mij het bewijs dat onze generatie klaar is om de ‘sense of urgency’ die ook onze wereld leiders zeggen te voelen, te vertalen naar het eigen handelen; door te letten op wat je koopt, eet, en doet tijdens studie en werk.

Wij als jongeren hebben invloed uit proberen te oefenen op de onderhandelingen door teksten aan te leveren aan delegatieleden, ministers en premiers te spreken, en te demonstreren. Maar dat was niet het enige; we kunnen niet wachten tot de ‘belangrijke’ mensen in pak ergens uit gekomen zijn. Daarom bleven we de blik vooruit richten, door ideeën te delen en samenwerkingsverbanden te leggen. Want het is wel duidelijk geworden dat als we klimaatverandering echt willen tegengaan, dat we dan zelf het leiderschap moeten tonen wat gedurende de klimaattop ontbrak. Ik hoop sterk, en zal zelf mijn uiterste best doen, dat een flop op de top de aandacht niet onttrekt van waar het hele circus om beginnen was; het tegengaan van klimaatverandering en de negatieve gevolgen daarvan.

Over de top

Voor mijn gevoel draaide de laatste weken alles om de klimaattop; politieke focus, media aandacht, mijn mailbox, mijn gastlessen, overal was klimaat het centrale thema omdat de verwachting was dat ‘Kopenhagen’ de uitkomst zou bieden voor het tegengaan van klimaatverandering op mondiaal niveau.

Samen met zo’n 1500 jongeren van over de hele wereld, nog eens een duizend tal NGO vertegenwoordigers, media en landendelegaties hebben we twee weken lang door het beruchte conferentiegebouw Bella Center gerend, met als doel om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en wereldwijde afspraken te maken om de vervelende gevolgen van klimaatverandering die nu al gevoeld worden in veel ontwikkelingslanden te verhelpen.

De laatste dagen van de conferentie werd de sfeer grimmiger; vertegenwoordigers van de civiel society zoals de jongeren en NGO’s werden grotendeels geweerd uit de brandhaard van de onderhandelingen. De laatste dag hoorde ik slechts tot de 12 uitverkorene jongeren die nog naar binnen mocht. Door de grote gangen en zalen begaven zich nu slecht landendelegaties, ministers en wereldleiders (zo’n 119 stuks) en de media die op hun dook als gieren op een lijk. Nu we als jongeren formeel niet meer veel te zeggen hadden, probeerde we met t-shits met de tekst “how old will you be in 2050” de aandacht terug te roepen naar waar het eigenlijk om gaat; de toekomst van de aarde; van onze wereldburen van eilanden die drijgen te overstromen, woestijnen die oprukken, en gebieden die geteisterd worden door stormen, en ook van onze kinderen en kleinkinderen, slechts in mindere mate de toekomst van de wereldleiders in pak.

Vrijdagavond heeft de Amerikaanse president Barack Obama een politiek akkoord bekend gemaakt, dat onderhandeld werd met China, India, Zuid-Afrika en aan de zijlijn Europa. Het is geen bindend akkoord, en het is niet via een orgaan van de Verenigde Naties opgesteld (met participatie van alle landen).

Om een uurtje of 5 ’s ochtends stonden de tranen in mijn ogen toen de vertegenwoordiger van de Marshall Islands zijn speech deed. Hij sprak over zijn thuisland, dat van zijn voorouders, doch op wereld niveau niet meer dan een groepje koraaleilandjes die op een grove kaart niet eens zichtbaar zijn. En hoe hij na twee weken onderhandelen naar huis zou gaan, naar zijn kinderen en kleinkinderen. Maar met lege handen, hij heeft hun toekomst niet kunnen veilig stellen. Hun land zal verdwijnen.

Daar komt het dus op neer. Het gaat niet over de toekomst van al die mensen, maar enkel over een politieke deal die nu nog door de lidstaten van de klimaatconventie goedgekeurd moet worden. Die is niet bindend, en dus kan je nu al zien aankomen dat er niet al te veel van in huis zal komen. Inhoudelijk liggen er ook absoluut niet voldoende toezeggingen op tafel. Maar het moet gezegd, het proces naar Kopenhagen toe heeft wel heel wat landen aangezet om een stap vooruit te zetten. Alleen hebben we nu veel meer en veel grotere stappen vooruit nodig, en wel snel.

De Europese Unie heeft ook nog veel werk voor de boeg. Ze zegt steeds van zichzelf dat ze een leidersrol speelt, maar dat durf ik in vraag stellen. De EU schuift een uitstootvermindering van 20% naar voren, en is tegen de verwachtingen in nog steeds niet naar 30% opgeschoven. Dat wil ze enkel doen als andere landen ook ver genoeg gaan. Klinkt logisch, maar wat wel erg pijnlijk is: die 20% ligt onder het minimum dat wetenschappelijk nodig is.

Dus wat bleek nou na de slopende lange nachten in de conferentiezaal; onze wereldleiders hebben het niet op een akkoordje kunnen gooien. Moeten we nu volledig bij de pakken neer gaan zitten?

Dat ik nu niet depressief in een hoekje zit komt vooral door de enthousiasmerende jongeren met inspirerende verhalen van uit alle uithoeken van de wereld. Van Nigeria, tot Peru, de US, Europa en op kleine eilandstaatjes als Vanuatu schieten er jongereninitiatieven voor een duurzamere wereld en om klimaatverandering tegen te gaan als paddenstoelen uit de grond. Dit is voor mij het bewijs dat onze generatie klaar is om de ‘sense of urgency’ die ook onze wereld leiders zeggen te voelen, te vertalen naar het eigen handelen; door te letten op wat je koopt, eet, en doet tijdens studie en werk.

Wij als jongeren hebben invloed uit proberen te oefenen op de onderhandelingen door teksten aan te leveren aan delegatieleden, ministers en premiers te spreken, en te demonstreren. Maar dat was niet het enige; we kunnen niet wachten tot de ‘belangrijke’ mensen in pak ergens uit gekomen zijn. Daarom bleven we de blik vooruit richten, door ideeën te delen en samenwerkingsverbanden te leggen. Want het is wel duidelijk geworden dat als we klimaatverandering echt willen tegengaan, dat we dan zelf het leiderschap moeten tonen wat gedurende de klimaattop ontbrak. Ik hoop sterk, en zal zelf mijn uiterste best doen, dat een flop op de top de aandacht niet onttrekt van waar het hele circus om beginnen was; het tegengaan van klimaatverandering en de negatieve gevolgen daarvan.

donderdag 17 december 2009

Hectisch onderhandelingsklimaat

Nog een tientallen uren en de klimaattop is over. Kopenhagen staat volledig op zijn kop. Binnen in het conferentie gebouw, zijn steeds meer bekenden; mensen waarmee ik nu al zo’n anderhalve week in hetzelfde gebouw een bijdrage probeer te leveren aan het klimaatcircus, ook lopen er steeds meer Kamerleden en Ministers rond.

De staatshoofden en andere machthebbers geven mooie speeches in een bijna lege plenaire zaal, terwijl er achter gesloten deuren druk onderhandeld wordt en buiten deze brandhaard de sfeer steeds grimmiger wordt: van de tienduizenden jongeren en NGO vertegenwoordigers, mogen er vandaag nog maar 1000 naar binnen en morgen slechts 500. Veel zien dit als een rede om de barricades op te klimmen. Gelukkig richten mensen zich ook op de kansen die er liggen in het fijt dat er zoveel klimaathelden verenigd zijn. Zo worden er op Klimaforum, de schaduwconferentie vele nieuwe verbindingen gelegd en inspiratie opgedaan.

Ik ben nog steeds hoopvol, niet alleen omdat ik denk dat 140 staatshoofden, en zoveel druk van media, en burgers toch wel iets in beweging moeten kunnen krijgen. Ik ben ook hoopvol omdat ik hier generatiegenoten van alle uithoeken van de wereld heb ontmoet die gedreven door passie en vaak op een creatieve manier nu al inzetten een verandering te initiëren in hun eigen leef omgeving.